Reis van een slaaf

Een slavenreis was enorm moeilijk. Ongeveer 16 of 17% van de slaven stierven op de reis. Zo'n reis kon maanden duren, soms wel een half jaar. En op die reis zat je het grootste gedeelte van je verblijf in een nauwe ruimte waar je nauwelijks kon zitten, waar het stonk naar niet alleen het zweet, maar ook de enorme stank van de 'toiletten', wat niet meer was dan een set emmers of tonnen. De atmosfeer in de ruimtes was vaak bijna verstikkend. Het water wat ze dronken was vaak vervuild met dode insecten of verrot voedsel dat er in was gegooid, en dan nooit meer dan een liter per 24 uur. Het eten bestond uit gort of paardebonen met spek, palmolie en pepers. Hierdoor werden heel veel slaven ziek. De voornaamste doodsoorzaken zijn dan ook dysenterie, pokken, tuberculose, en scheurbuik. Hier volgen we de reis van drie slaven: Een man, een vrouw, en een kind.

(Deze reis is geen echte reis van de WIC, deze karakters en reis is alleen om een beeld te scheppen van de reizen en hoe deze verliepen, vanuit het perspectief van de slaven.)

Delen van een slavenschip, Thomas Clarkson, ca 1760
Delen van een slavenschip, Thomas Clarkson, ca 1760

Drie slaven

Een koper inspecteert een slaaf.
Een koper inspecteert een slaaf.

De eerste reis die we volgen is die van Caeser. Caeser was een gewone werker in Afrika, 26 jaar oud, hij had een vrouw en drie kinderen, totdat de Nederlandse slaven hem gevangen namen met zijn dorp en op een slavenschip zetten, richting Amerika om op de katoenplantages te werken.

Hij moest slapen in een enorme ruimte, in een lange rij. Zitten was moeilijk, de ruimte was te klein. De geur was vreselijk, en je werd er spontaan misselijk van als je er binnen kwam. Hij lag opgepropt tussen twee andere mensen. Links een wat oudere man, en rechts een jongen, vast niet ouder dan 12. Er stonden wat tonnen in de hoek om je behoefte kunnen doen, maar dat was alles.

De eerste twee weken van de reis gingen prima bij Caeser. Hij was zwakjes, en de ruimte was verstikkend, maar hij spaarde zijn energie en danste op de omgekeerde tonnen in de ruimte om zijn benen in beweging te houden. Het eten was niet vies. Het water stonk een beetje en er zaten vaak vliegjes in, maar hij nam wat hij kreeg. Het slapen was moeilijk omdat er veel gehoest en gehuil en gebraak was, maar hij deed zijn best.

De weken daarna werden moeilijker. Veel mensen werden ziek, en de eerste doden begonnen te vallen. De schippers die het eten brachten noemden het 'rode loop'. Caeser werd een beetje skeptisch, en begon minder te eten en te drinken, waardoor hij enorm uitdroogde. Hij at alleen als het echt nodig was, en gaf de rest van zijn maaltijd aan de oude man die aan zijn linkerkant sliep. Hij was enorm zwak, en zou twee weken later ook sterven aan dysenterie, aan 'rode loop'.

Er gingen meer maanden voorbij. Caeser's jongste zoontje stierf aan uitdroging, zijn oudste aan scheurbuik, en zijn vrouw werd ziek. Maar ze leefde nog wel. De danston werd nauwelijks nog gebruikt, de meesten waren doodop, hadden dorst en waren bang voor water er komen zou.


Van de 809 slaven aan boord hebben 663 de reis overleefd. Caeser ook, en zijn vrouw nog maar net, met hun laatst levende kind.

Een Afrikaanse slavin met kinderen.
Een Afrikaanse slavin met kinderen.

De tweede reis is van de vrouw van Caeser, Ruth. Ruth is 29, een goede moeder, en werkte samen met haar man in de bossen.

Zij sliep in dezelfde ruimte als Caeser, maar aan de andere kant van de ruimte. Ze zagen elkaar alleen bij de danston, en als ze toevallig allebei bij de toilettonnen stonden. De eerste paar weken gingen bij Ruth ook best wel goed, ze bleef vooral bij haar kinderen en lette goed op ze. De jongste werd enorm ziek na verloop van tijd, hij was enorm uitgedroogd. Ze gaf het meeste van haar drinkwater aan hem, en werd daardoor zelf zwakker.

Nadat de jongste stierf, kreeg zij zelf de rode loop. Diarree vermengd met bloed, uitdroging... het was niet fijn, en ze deed haar best om verder te gaan. Ze bleef drinken en probeerde mensen niet te veel aan te raken om de ziekte niet verder te verspreiden. Het ademen in de ruimte was moeilijk, maar het lukte, en ze leefde nog een paar weken verder.

Haar verdriet werd erger toen ook haar oudste het leven legde, gekweld door scheurbuik. Het zorgde voor veel pijn en hopeloosheid. Ze probeerde niet te huilen om het vocht binnen te houden, maar vaak was het moeilijk om het binnen te houden. Ze was enorm zeeziek, had de rode loop en was enorm zwakjes.

Tegen het eind van de reis was Ruth hevig depressief, ziek en zwak. Maar het belangrijkste was dat ze nog in leven was, en nu als slaaf zou worden verkocht aan een of andere vreemde. Ze was een ziekere slavin, dus de mogelijkheid dat ze met haar man en overlevende kind mocht blijven was klein, aangezien zij werd verkocht voor een lagere prijs en apart van de sterke mensen die de reis hebben kunnen overleven. Ruth houdt zich vast aan wat er van haar leven over is, maar gelukkig kan ze op de plantages een beetje bijkomen als ze geluk heeft.

Een slavenjongetje op de markt.
Een slavenjongetje op de markt.

De laatste reis die we volgen, is die van Scipio, de jongste zoon van Caeser en Ruth. Hij is nog maar 6, en een erg klein jongetje. Hij valt niet erg op in grote groepen, en op de enorme boot valt hij zeker niet op. 

De eerste paar weken doet Scipio vrolijk mee met het dansen op de tonnen, en heeft het gezellig. Hij is klein en niet bang, ondanks dat het donker is in de grote kamer en enorm stinkt. Hij maakt wat vriendjes van zijn leeftijd en slaapt bij hun in de buurt. Het eten is hartstikke vies, en het water is ranzig, maar hij blijft eten omdat zijn ouders dat steeds tegen hem zeggen. Alhoewel, hij wordt steeds vaker vergeten, ze zien hem niet dus hij krijgt geen drinken.

Hierdoor wordt hij in de volgende paar weken dorstig. Hijzelf heeft niet zo heel veel door, maar hij wordt steeds vermoeider. Hij slaapt hele dagen door, en mist soms zijn maaltijden hierdoor. Maar hij is nog wel oké, zegt hij. Hij voelt niet dat er iets mis is. 

Scipio leeft nog twee weken verder. Hij wilt steeds minder eten en drinken, totdat het compleet stopt. Na twee weken, valt hij op een nacht in slaap. Hij wordt hierna niet meer wakker, en wordt voor dood verklaart.

En dit was zeker waar. Scipio stierf een niet zo pijnlijke dood, gelukkig. Veel van zijn vriendjes zouden over de volgende paar weken scheurbuik of rode loop krijgen, en veel pijnlijker sterven, constant misselijk en brakend. Scipio was één van de 146 doden op het schip, maar zeker niet het enige kind. De meeste kinderen op die reis haalden het niet, vanwege hun zwakke immuunsysteem.

De vaakst genomen route op een driehoekreis.
De vaakst genomen route op een driehoekreis.

De route

Op de foto valt te zien hoe een zogehete 'driehoeksreis' werkte. Vanuit Europa voer een handelsschip naar West-Afrika met hun ruillading. Deze lading bestond vaak uit melk, touw of graan uit de stapelmarkt. In Afrika ruilden ze dit voor veel slaven, die dan in één ruimte werden gepropt zoals hierboven was te lezen. Met deze 'tussenlading' voeren ze dan naar de Koloniën, zoals Suriname of West-Indië. Hier werden deze slaven weer geruild voor hun echte buit, de specerijen en rijkdommen. Met deze lading gingen ze terug naar hun land, wat in het geval van de VOC, WIC en MCC bijvoorbeeld gewoon Nederland was. Deze handel maakte van de Republiek een zeer rijk land, en het werkte enorm goed. Hieronder een informerend filmpje over de driehoekshandel:

Bemanning

Bij de bemanning was er net zulke slechte hygiëne en tekort aan voedsel. Maar de bemanning was wel vrij. Ze konden rondlopen en ademen op het dek, en sliepen in bedden in plaats van opgepropte kamers. Ondanks dit, was het sterftecijfer bij de bemanning net zo groot, ongeveer 15 tot 16% per reis. De kapitein had het natuurlijk veel beter, maar dat is vaak vanzelfsprekend.

Op een slavenschip
Op een slavenschip

Aankomst en verkoop

Na de aankomst in West-Indië, werden de slaven 'gesepareerd'. Hier werden oude, zieke en gebrekkige slaven apart gezet van de jonge, gezonde slaven tussen de 15 en 25. Dit waren piezas de India, 'delen van India', een Portugese term om hun waarde vast te stellen.. Slaven tussen de 8-25 en 25-35 waren 2/3 piezas de India, en waren ook erg waardevol.

Na de separatie werden de slaven gebrandmerkt naar schip, en kregen een volgnummer- of letter. 

Als dit gedaan was, werden de zwakkere slaven meteen per opbod verkocht in het openbaar. Hoogste bod kreeg de slaaf, en dit hoefde in principe niet heel duur te zijn als niemand hoger bood dan jij. Dit werd zo snel gedaan om te voorkomen dat ze stierven, en zodat ze minder onderhoud hoefden te doen.

De piezas de India en jongere slaven werden naar de plantages van de Compagnie gebracht om daar volgens een vaste prijs verkocht te worden. 

Bij onze voorbeeldslaven zou Caeser een 2/3 pieza de India zijn, en dus naar de Compagnieplantage gebracht worden. Ruth is niet alleen ouder, maar ook nog eens enorm ziek, dus die wordt per opbod verkocht aan de hoogste bidder.

De prijs verschilde ook. 

Voor een volwassen zwakkere slaaf kon je ongeveer 55-60 pesos krijgen (110-120 gulden, dus 50-54 moderne euro). Voor een zwak kind kreeg je 45 pesos, dus ongeveer 40 euro. 

Voor een volwassen pieza de India kreeg je 100 pesos (later verhoogd naar 108), en voor kinderen 1/3 of 2/3 van die prijs, afhankelijk van hun leeftijd.

Opstanden van slaven

Een slavenreis was vreselijk moeilijk, en ronduit onmenselijk. Van de nauwe ruimtes, tot de slechte hygiëne, tot het vervuilde drinkwater. Het was daarom ook logisch dat er slaven waren die in opstand kwamen. Er zijn jammer genoeg niet al te veel bestanden van, maar in 1839 was er een opstand die erg bekend is. De Amistadopstand, een opstand van slaven op een illegaal slavenschip dat de Amistad heet. Op dit schip voeren 49 slaven mee vanuit Havana. De gevangenen wisten zich te bevrijden, en vermoordden de meeste bemanning. Een paar ontsnapte op een sloep en twee bleven er leven op het schip. Zij misleidden de gevangenen en brachten hen naar Connecticut, waar slavernij destijds nog legaal was.

Tijdens de rechtzaak werd besloten dat slavernij over de Atlantische oceaan niet kon, en de gevangenen werden vrijgelaten, en bleven geen slaven. Op 9 maart 1841 werden ze vrijgelaten, en het jaar daarop voeren ze naar Liberia.

© 2019 Neomi, Tamar, Jade, Kaylee, Emma | Hyperion Lyceum
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin